afb. A.F.A.M. Wetzer, 24 november 2005

Eerste steen Eugène Goulmy & Baar

Boschdijkstraat 100

De eerste steenlegging

De eerste steenlegging op den 31 juli 1897 aan de Boschveldweg hoek Boschdijkstraat

Plechtige opening der 2e Nederlandsche sigarenfabriek van de firma Eugène Goulmy & Baar te 's-Hertogenbosch.

In het nieuwe stadsgedeelte, waar nijvere handen zich reppen om een schoone wijk te doen verrijzen, waar eertijds moeras en dorre gronden ons bij het binnentreden alles behalve vriendelijk verwelkomden,wordt heden een der grootste nijverheidsgebouwen feestelijk geopend.
Voor een paar jaren vestigde hier de firma Eugène Goulmy & Baar in de kruisbroederstraat een sigarenfabriek, waar honderd handen het brood verdienen konden. Zoodra zich de gelegenheid aanbood om de nieuwe terreinen te gaan bebouwen, was bovenbedoelde firma onder de eersten om daar een modelinrichting te stichten. Zij trad daartoe in februari van het vorig jaar in onderhandeling met den: architect-ingenieur P.Th. Stornebrink alhier, die op bouwkundig gebied zich zoo wel in onze provincie als daarbuiten een goeden naam verworven had. Den 9e april van dat jaar waren plan en teekeningen gereed en werden na goedkeuring van den inspecteur in de eerste Inspectie, dr. Kuijper, door de firma geaccepteerd.Reeds spoedig had de aanbesteding plaats en den 28e april werd bij inschrijving de uitvoering opgedragen aan den heer D.J. Riemsdijk te Dordrecht. Den 13e mei werd met de werkzaamheden begonnen en op den 31e juli had de plechtige eerste steenlegging plaats door Eugène Lod. Auts. en Eugène Joh. Hugo Victor Goulmy, oud 6 en 4 jaar, in tegenwoordigheid van het dagelijksch bestuur dezer gemeente en verdere autoriteiten. Zonder ongevallen werd het werk voldooid en in de maand en in de maand april van dit jaar had de finale oplevering plaats.
Wij staan nu voor den voldooiden bouw die in februari jl. door den adjunct inspecteur van den arbeid, den heer Is.P. de Vooijs in het natuurkundig genootschap te Breda terecht genoemd werd een modelfabriek. Wij hebben met groote belangstelling de inrichting in oogenschouw genomen en meenen onze lezers geen ondienst te doen hier eenige bijzonderheden mede te deelen.
Als men aan de Boschdijkstraat den hoofdingang, naast den traptoren binnentreedt, geeft eene ruime vestibule toegang tot de kantoren der firma en de kleedkamer der werklieden. Verder op de gelijkvloersche verdieping voortwandelende vinden wij daar de tabakvochterij, het groot tabaksmagazijn, dat 306m2, vervolgens de magazijnen voor ledig fust en voor pakkisten benevens de woning van den concierge, afgescheiden door een spreekkamer van d kantoren. De inrichting is hier zoodanig, dat de controle over het komen en gaan der werklieden uit de kantoren geschieden kan. De gehele plattegrond van dat alles te samen is bijna 1100m2. In het souterrein bevinden zich de inrichting voor de centrale verwarming der fabriek, volgens systeem Perrin en de kolenbergplaatsen.
Langs een ruime en gemakkelijke wenteltrap, welke geheel van Bentheimsteen is vervaardigd, komen wij op de 1e etage. Hier wordt onze aandacht het eerst getrokken door een ruime werkzaal voor de sigarenfabrikanten, waar gelegenheid is voor 500 werklieden om het bedrijf uit te oefenen. Deze werkzaal heeft een oppervlakte van 750m2 bij een inhoud van 3750m3. Hier aangrenzend zijn de magazijnen voor natte sigaren en voor den afval, alsmede de perskamer.
Langs de wenteltrap naar boven gaande komen wij op de 2e étage in de groote expeditiezaal en sorteerderij, welke 400m2 groot is. Hier bevinden zich ook de droogkamers voor tabak, sigaren en afval, verder de magazijnen voor droge sigaren en kistenhout, zomede dek-en stripkamers.
Ten opzichte van het constructieve gedeelte van den bouw geeft het geheel den indruk niet bevreesd behoeven te zijn voor den sloopenden invloed des tijds. Alles is hier toch steen en ijzer. Het geheel werd uitgevoerd in gebakken Waalsteen en profielsteen. De soliede degelijkheid, die uit alle vormen spreekt is geen oorzaak geweest dat sierlijkheid gemist wordt. In het monumentaal samenstel heeft de ontwerper een aangename afwisseling gebracht door boogramen naast kruisramen aan te brengen.
Wij meenen nog even stil te moeten staan bij eenige onderdeelen o.a. de ijzerconstructie voor de groote werkzalen. Hier rusten zware ijzeren geconstrueerde balken op vier rijen kolommen; tusschen de daarop rustende ijzeren kinderbalken zijn troggewelven geslagen van holgebakken steen waarop de vloeren rusten van hardgebakken tegels en cementbeton. In de geheele fabriek,welke wij op een gewonen werkdag bezochten trof ons buitengewone orde, netheid en zindelijkheid, waarvoor zeker de honderden werklieden een woord van lof toekomt, maar die vooral bevorderd wordt door het streven der patroons naar reinheid-een eigenschap die voral bij deze fabrikatie op den voorgrond moet staan-en waarnaar ook gestreefd is bij de constructie o.a. door de doelmatige inrichting van privaten en urinoirs.
Bij alle gebouwen van grooten omvang maar bijzonder bij fabrieken waar honderden moeten verblijven is en blijft eene in alle opzichten voldoende ventilatie een punt van groote beteekenis.Hier is dit doel, naar het ons voorkomt, bereikt. Want te midden der honderden werklieden, was op de werkzalen een aangename temperatuur. De verdiepingen zijn door een lift met elkaar in gemeenschap. Overal is gas en waterleiding en de laatste is zoo ingericht, dat zij het brandgevaar, dat op zich zelf hier gering is, bijna tot nul reduceert.
Hoewel wij moeilijk allen noemen kunnen die tot dezen bouw hebben medegewerkt, meenen wij toch te mogen wijzen op de belangrijke ijzerconstructie die de firma Grasso te Vucht leverde, op de verwarmingsinrichting door de firma Desmonts te Heer bij Maastricht en op de gas en waterleiding door de Wed.Peijnenburg alhier. Een brandkast van verbeterd Engelsch systeem, inbraakvrij, werd geleverd door den heer J. Klomp Beuters te Vechel.
Het geheel overziende aarzelen wij niet den heer P.Th. Stornebrink een woord van lof te mogen geven voor het belangrijk werk, dat hij hier voltooide en zijn goede naam als bouwmeester eere aandoet. Maar boven alles eer aan de wakkere firma, die de uitvoering van dit stout plan aandurfde, aan de heren Eugène Goulmy en Baar, die hier een nijverheidsgebouw gesticht hebben, voldoende aan alle eischen door de hygiène gesteld een gebouw waarin, naar wij hopen en wenschen, jaren en jaren honderden nijvere handen zich zullen bewegen voor het dagelijksche brood, waarin tevredenheid en goede verstandhouding tusschen patroons en arbeiders zal zijn en blijven, zooals dit steeds tot heden geweest is.
Het is dan ook op heden ter gelegenheid der plechtige opening voor patroons en werklieden beiden een aangenaam feit, dat de élite onzer gemeente met den vertegenwoordiger van het hoogste gezag in onze provincie aan het hoofd, zoo duidelijk blijken gaf van ingenomenheid met deze onderneming.
Te 11 uur vereenigden de genoodigden zich in de kantoren der firma, die smaakvol versierd waren en waar het beeld van H.M.deKoningin te midden van groen en kleurige draperieën prijkte.
Wij merkten o.a.op den heer Baron van Voorst tot Voorst, Commissaris van de H.M. in deze provincie, de heeren J.v.d.Steen, wethouder, vertegenwoordigende den burgemeester die verhinderd was, het dagelijksch bestuur dezer gemeente, en den heer Th. Pels, Secretaris, luit, -kol. C.A. Prins, Commandant der 1e divisie Kon. Marechausée-Pastoor C.C. Prinsen, Pres. van de commissie van toezicht R.K. Werkliedenbond, mr. J. Loeff, lid 2e Kamer Staten Generaal, dr. A.H. Kuyper, geneesheer alhier, dr.H.F. Kuyper inspecteur van den arbeid en diens adjunct den heer Is. de Vooys.
Na eenige oogenblikken hier bijeen geweest te zijn werden wij uitgenoodigd door de firmanten om de inrichting te bezichtigen.
Op de eerste verdieping bij de groote werkzaal gekomen, openden zich de deuren en leverde de ruimte een grootschen indruk op.In drie lange rijen stonden daar de werklieden geschaard, en bij het binnentreden speelde de fanfare der werklieden de vaderlandsche hymne.
Z.Ex. de commissaris der Koningin nam nu het woord en zeide ongeveer het volgende: Het zal velen als mij gegaan zijn, toen zij deze fabriek zagen bouwen, dat zij dachten: dat is iets Amerikaansch.
Dat zich krachtig ontwikkelend volk geeft ons toch in menig opzicht een voorbeeld en toont naast vele slechte eigenschappen, toch een energie,een geestkracht die voorbeeldig is. Ook uit deze fabriek spreekt kracht. Het is mij onbekend of hier naar Amerikaansch model gearbeid is, ik geloof het niet en daarom ben ik misschien onbillijk geweest, toen ik de Amerikanen ten voorbeeld gaf. Maar wat krachtsontwikkeling betreft en energie, dan wil ik wijzen op deze firma, die voor 11 jaren begon te arbeiden met een knecht op een vierde verdieping te Amsterdam, en op het resultaat van heden wijzend, zeg ik: zie wat energie vermag. Op een vorstelijke wijze is hier de industrie onder dak gebracht.
Nog op een ander voorbeeld wil ik wijzen. Waar de concurrentie oorzaak is dat vele fabrikanten met moeilijkheden te kampen hebben, dat zij niet mede kunnen gaan met den tijd, daar is deze firma weder een voorbeeld. Wat zij ook gedaan heeft in den strijd tegen de concurrentie, nimmer offerde zij daaraan op het loon harer werklieden. Het schoonste succes voor zulk een handelwijze ondervond deze firma daarvan bij de werkstaking des vorigen jaars te Amsterdam, toen al hare werklieden weigerden mede te doen aan de staking, die bijna algemeen was. Zij wilden hun patroons niet dwingen tot hetgeen zij wisten dat hun uit eigen beweging zou worden geschonken. Z.Ex. eindigde met de firma een volledig succes in zaken toe te wenschen, zoo zelfs dat dit grootsch gebouw nog te klein moge blijken. Hij hoopte dat hier altijd veel handen een goed stuk brood mogen verdienen.
Daarna werd nog het woord gevoerd door den heer A.B. v.d. Steen, die namens den Burgemeester diens leedwezen uitdrukt niet bij deze opening te kunnen tegenwoordig zijn. De heer v.d. Steen wenscht uit naam van het hoofd dezer gemeente, wien de ontwikkeling onzer industrie zoo ter harte gaat, de firma geluk en sprak nog een woord van lof tot de werklieden, die hier zoo bijzonder ordelijk zijn.
De Zeer Eerw. heer pastoor C.C. Prinsen betuigde zijn dank voor de uitnoodiging hier tegenwoordig te zijn als president van de Commissie van Toezicht van den R.K. Werkliedenbond. Hij beschouwde die invitatie als een bewijs van waardeering voor den R.K. Werkliedenbond en daarvoor was hij dankbaar. Wil de bond toch succes hebben dan behoeft hij den steun en de waardeering der patroons. Hij hoopt dat de Bond onder de werklieden dezer fabriek de waardeering moge vinden, welke hij van den beginne genoten heeft op andere fabrieken en in geheel de stad. Hij spreekt goede wenschen uit voor de firmanten en werklieden. Moge de fabriek die een model is van inrichting dat ook zijn in bloei van zaken en vooral door de goede verstandhouding tusschen patroon en werklieden, een model van orde en tucht. De heer dr. H.F. Kuyper, inspecteur van den arbeid, wees op het sociale vraagstuk dat onze tijd beheerscht en ook de toekomst beheerschen zal en dat vooral in zijn onderdeel de werkliedenkwestie op den voorgrond treedt.
Wij gevoelen ons nauw verbonden met de werklieden, -de tegenwoordigheid van den Commissaris van de H.M. is daarvan het bewijs,- al zijn wij ook arbeiders naar den geest.
Hij zal nog geen oordeel uitspreken over deze fabriek, maar op daden wachten, toch wijst hij op de beteekenis van dit paleis voor volksvlijt, waar zoo nauwlettend gezorgd is voor alles wat de gezondheid betreft, want dit doet verwachten dat ook op de belangen der arbeiders zal gelet worden.
Hij besluit met de arbeiders er op te wijzen dat, waar zoo voor hun rechten gezorgd wordt, zij ook vooral te zorgen hebben hun plicht te vervullen, en hij wenscht de firma een volkomen welslagen, omdat dit zoo nauw verbonden is aan het levensgeluk der arbeiders.
De wandeling werd verder voortgezet door de inrichting, hierboven omschreven. Op de 2e verdieping in de expeditie-zaal werd het oog aangenaam verrast door een waarlijk grootsche etalage van het fabrikaat der firma. Speciaal trof ons de keurige nationale verpakking die in groote verscheidenheid, hulde brengt aan onze Vorstin bij hare aanstaande inhuldiging als koningin. De fijnste verpakking prijkt hier naast de meer eenvoudige;doch alle getuigen van goeden smaak. Vooral een tweetal merken zijn zeer origineel: gouden klompjes met portret van H.M. de Koningin in elegant etui van pluche en het granaat-model eveneens met portret. Beide bevatten het puikje van sigarenfabricatie.
Nadat de wandeling geeindigd was werd de eerewijn aangeboden en wachtte de gasten nog een aardige verassing. De sigaren, die voor deze gelegenheid gepresenteerd werden, waren verpakt in een fust dat het zeer gelijkend portret droeg van Z.Ex. den Commissaris der Koningin en elke sigaar droeg daarenboven nog op een banderole hetzelfde portret in miniatuur.
De firmanten hadden menig woord van lof in ontvangst te nemen en menige goede wensch werd hier voor het welslagen dezer onderneming gesproken Ter herinnering aan het feest van dezen dag ontvingen de gasten nog een etui bevattende eenige photographieën van de fabriek zoowel van het uitwendige als van het inwendige.Aan H.H.M.M. de koninginnen werd een telegram van hulde gezonden van den volgenden inhoud:
Aan Hare Majesteiten de Koningin En Koningin-Regentes.
Bij gelegenheid van de feestelijke opening der 2e Nederl.Sigarenfabriek van de Firma Eugène Goulmy & Baar te `s-Hertogenbosch in tegenwoordigheid van: Zijn Excellentie den Commissaris Uwer Majesteit in deze provincie.zoomede vele plaatselijke, civiele en millitaire autoriteiten, de heer Inspecteur van den Arbeid in de eerste Inspectie en den heer P.Th. Stornebrink, bouwmeester der fabriek;-brengen ondergeteekenden, zoomede hunne ruim 400 werklieden Uwe Majesteiten hunne eerbiedige hulde en verknochtheid aan het huis van Oranje.
Van Uwe Majesteiten de eerbiedige en Onderdanigste dienaren. De Firma Eugène Goulmy & Baar. `s-Bosch 18 juli 1898
In den namiddag werd het volgend antwoord ontvangen:
De Heeren Eugène Goulmy en Baar Den Bosch.
Hare Majesteiten dragen mij op U allen hoogst derzelver bijzonderen dank over te brengen Voor de hulde en bewijzen van verknochtheid der Koninginnen aangeboden.
Adjudant van dienst Van de Poll
Bij aankomst en vertrek van den gouverneur en verder gedurende het bezoek aan de fabriek liet de fanfare zich herhaaldelijk hooren.
Wij vereenigen ons met de vele uitgesproken wenschen op dezen dag en hopen,dat de firma Goulmy en Baar steeds moge bloeien en voorspoed moge hebben, en zijn en blijven moge een modelfabriek in onze stad, waar vele werklieden flink hun brood mogen verdienen, waar de ijvervolle en ondernemende patroons steeds schoone vruchten mogen zien van hunnen arbeid.
N-Br. Dagblad 19 juli 1898
Opschrift
OP DEN 21 JULI 1897
HEBBEN DE GEBROEDERS
EUGÈNE JOH. HUG. VICT. MAR.
EN JOHANNES LODV. ANT. GOULMIJ
OUD 6 EN 4 JAAR
DEN EERSTEN STEEN GELEGD